Het gevaar van secondary drowning

Het gevaar van secondary drowning

Iedereen heeft wel eens gehoord over verdrinkingen. Maar wist je dat het risico op ‘secondary drowning’ ook op de loer kan liggen? In dit artikel gaan we dieper in op wat secondary drowning inhoudt en hoe je moet handelen wanneer dit risico zich voordoet.

Wat is het?

Je hebt iemand gered van verdrinking, maar dan ben je er nog niet. Er bestaat nog steeds het risico op droge verdrinking of secondary drowning. Mensen die slachtoffer zijn geweest van een bijna verdrinking moeten daarom altijd ter observatie worden opgenomen in het ziekenhuis, zodat ze daar in de gaten kunnen worden gehouden.

Secondary drowning kan optreden tot 72 uur na de bijna verdrinking. Bij een secondary drowning vullen de longblaasjes zich met vocht uit de bloedbaan. Ook verdwijnt het dunne vlies dat er normaal gesproken voor zorgt dat de longblaasjes opeen blijven. De weerstand neemt toe en het wordt moeilijker om adem te halen. Dit proces kan uren duren. Het slachtoffer stikt uiteindelijk in zijn eigen longvocht.

Hoe kan je secondary drowning herkennen?

Op het moment dat je iemand hebt gered van (bijna) verdrinking is het belangrijk om ook na de redding te letten op een aantal symptomen. Deze kunnen wijzen op secondary drowning:

  • Hoesten
  • Pijn op de borst
  • Problemen met ademhalen
  • Extreem moe voelen

Je kunt secondary drowning op meerdere manieren herkennen. Het kan zijn dat het slachtoffer verandert in zijn of haar gedrag. Het is gebruikelijk dat het slachtoffer prikkelbaar wordt en/of energietekort heeft. Dit zijn gevolgen van het zuurstoftekort dat is ontstaan door de chemische reactie in de longen.

Hoe moet je handelen?

Wanneer je te maken hebt met een verdrinking en secondary drowning is het belangrijk dat je altijd contact opneemt met professionals. Dit doe je door 112 te bellen. De professionals kunnen vervolgens een inwendig onderzoek uitvoeren en uitsluiten dat er vocht in de longen is gekomen. In veel gevallen moet het slachtoffer mee naar het ziekenhuis voor observatie. Beslis nooit zelf of er sprake kan zijn van secondary drowning, deze diagnose moet worden gesteld door een professional. Laat een slachtoffer van verdrinking daarom nooit naar huis gaan zonder dat hij/zij door een professional is onderzocht.

Voor jou als eerstehulpverlener is het belangrijk dat je goede nazorg verleent. Niet alleen voor het slachtoffer zelf, maar ook voor zijn/haar directe omgeving en omstanders. Leg daarnaast ook goed vast hoe je hebt gehandeld. Dit is belangrijk, niet alleen om van te leren, maar ook als het slachtoffer alsnog overlijdt of blijvend letsel overhoudt.

Tot slot is het belangrijk om de situatie achteraf te evalueren. Heeft iedereen zich aan het toezichtplan gehouden? Had de situatie voorkomen worden? En zo ja, hoe dan? Door met z’n allen kritisch naar de situatie te kijken kan je ervan leren en het toezichtplan eventueel aanscherpen. Wees je hierbij wel bewust van de impact die een dergelijke redding kan hebben op de redders.

 

Ieder kind is uniek – het belang van de juiste zwemlesmethode

Ieder kind is uniek – het belang van de juiste zwemlesmethode

Volgens een onderzoek van NL Zwemveilig uit 2018 stapt ruim een kwart van de ouders met kinderen op zwemles over naar een andere zwemlesaanbieder. Vaak omdat de ouders ontevreden zijn over de methode en kwaliteit van de zwemlessen. Een groot deel van de ouders was echter wel tevreden. Het allerbelangrijkste in de keuze voor een bepaalde zwemschool, is of de gehanteerde methodiek aansluit bij de individuele behoeften van jouw kind. Hoe passender het aanbod, hoe groter de kans dat het kind met plezier maar ook goed leert zwemmen. Om ouders een beter beeld te geven van een aantal mogelijkheden vergelijken wij hieronder een aantal van de veel gebruikte diplomalijnen, zwemlesmethodieken en de kwaliteitsborging die daarmee gepaard gaan.

Diplomalijnen

Omdat er in Nederland geen diplomalijnen volgens de wet zijn vastgesteld, kunnen zwemlesaanbieders zich bij diverse diplomalijnen aansluiten. Hieronder staan de basiskenmerken van een aantal vaak gehanteerde diplomalijnen kort uitgelegd. Naast deze diplomalijnen kent Nederland nog meer verschillende kleinere aanbieders als ZwemOnderwijs Nederland (ZON) en de Nederlandse Stichting Water en Zwemveiligheid (NSWZ).

De Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) legt de nadruk op het wennen en op gemak voelen in het water door middel van spelenderwijs leren. Hierbij leren kinderen de zwemslagen aan en oefenen ze onverwachte situaties in het water. Een belangrijke pijler bij de diplomalijn van Envoz is zwemveiligheid en zelfredzaamheid in het water. Het is meer gericht op survival (overleven), waarbij de zwemslagen een belangrijk onderdeel zijn van het ‘leren overleven’ in het water.

De Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) legt met haar diplomalijn SuperSpetters de nadruk op leren zwemmen in kleine groepjes op een leuke en losse manier. Na het wennen aan het water worden eerst de crawlslagen aangeleerd. Daarna komen de schoolslag en enkelvoudige rugslag aan bod. De betrokkenheid van ouders in het zwemtraject is hierin erg belangrijk. De diplomalijn van EasySwim start direct met het leren zwemmen in diep water, ondersteund door een floatsuit met drijvers erin. Per individu wordt gekeken wanneer oefeningen zonder floatsuit gedaan kunnen worden. Tijdens de lessen wordt veel zelfstandigheid gevraagd van het kind.

Zwemlesmethodieken

Belangrijk om te weten, is dat een diplomalijn niet bepalend is voor de zwemlesmethodiek die wordt gehanteerd. Zwemlesaanbieders hebben zelf de keuze hoe zij zwemles geven en toewerken naar de eisen die zijn vastgelegd in de gekozen diplomalijn. Als ouder is het belangrijk om je juist in dit deel te verdiepen. Want wat bij het ene kind past is niet per se geschikt voor het andere kind. Maar wat zijn dan zaken waar je op moet letten?

Allereerst is er de afweging tussen snel of langzaam. Het ene kind is er klaar voor om middels een snelcursus te leren zwemmen, terwijl de ander erbij gebaat is als het traject wat langzamer verloopt. Ook de grootte van de groep is belangrijk in de afwegingen. Is jouw kind gebaat bij een kleine groep met veel individuele aandacht, of kan hij of zij ook prima functioneren in een grote groep. Verder wordt er op verschillende manieren toegewerkt naar een eindresultaat:

  • Verschillende niveaus: sommige zwemlesaanbieders kiezen ervoor om te werken met badjes/niveaus, waarbij een kind doorstroomt naar een volgend badje/niveau zodra hij/zij over bepaalde vaardigheden beschikt.
  • Meegroeien met de groep: andere zwemlesaanbieders kiezen ervoor om de groep bij elkaar te houden bij dezelfde zweminstructeur. Bij dergelijke methodieken wordt vaak meer gedifferentieerd binnen een les, om ieder op zijn eigen niveau les te geven.

Een ander belangrijk onderdeel van de zwemlesmethodiek is zelfstandig leren versus klassikaal leren. Wordt er met de hele groep gewerkt aan dezelfde vaardigheden onder begeleiding van de zweminstructeur, of gaan kinderen zelfstandig aan de gang met bepaalde vaardigheden aan de hand van bijvoorbeeld stuurkaarten? Al met al een diversiteit aan aanbod, waar je je als ouder goed in moet verdiepen om een onderbouwde keuze te kunnen maken die aansluit bij jouw kind.

Kwaliteitsborging

Ondanks het feit dat er geen landelijke kwaliteitsborging is voor de diverse diplomalijnen, zijn er wel een aantal kwaliteitssystemen ingericht. Bij grote landelijke organisaties als de NRZ, Envoz en KNZB wordt de kwaliteit gewaarborgd door regelmatig inspecteurs langs te sturen bij afzwemmomenten, om te zien of het afzwemmen voldoet aan de diploma-eisen. Op die manier worden zwemlesaanbieders die deze diplomalijnen hanteren regelmatig getoetst.

Er komt best wel wat kijken bij het kiezen van de juiste zwemlesaanbieder voor jouw kind. Maar zolang je de behoeften van jouw kind altijd in het oog houdt en een aanbieder zoekt die een passende methodiek aanbiedt, kom je als ouder een heel eind. Ons advies is om op de hoogte te blijven van de ontwikkeling van jouw kind en te vertrouwen op de kennis en vaardigheden van de betrokken zweminstructeurs.

Bronnen

https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=9163&m=1539939880&action=file.download
https://www.zwemschoolwijzer.nl/lesmethodes/
https://www.knzb.nl/alles_over_zwemmen/zwemveiligheid/zwemles_superspetters/
https://www.envoz.nl/diplomas/a-b-c-diploma-serie.html
https://www.easyswim.com/nl/ouders/pijlers-methodiek/